Delfts blauw servies wordt tegenwoordig gezien als een souvenir uit Nederland. Vroeger werd het servies handgemaakt. Het antieke servies is boeiend voor verzamelaars van over de hele wereld. Sommige stukken worden voor duizenden euro’s geveild. Hieronder staan drie dingen die je hoogstwaarschijnlijk nog niet wist over Delfts blauw servies.
1. Het is een kopie van Chinees porselein
In de 17e eeuw was Chinees porselein in de kleurencombinatie blauw en wit erg gewild. Het werd gemaakt door middel van “kaolien”, een ingrediënt dat niet in Europa beschikbaar was. Dus bedachten aardewerkfabrikanten in Delft een oplossing: aardewerk van tinglazuur met een melkachtige uitstraling. Vervolgens werd het servies met wit en blauw beschilderd. De schilderingen waren vaak overgenomen van het Chinees porselein. Daarnaast experimenteerden de fabrikanten ook met schilderingen gebaseerd op Nederland.
2. Het werd niet alleen in Delft geproduceerd
De term ‘Delfts blauw’ is ontstaan door de populariteit van de aardwerken die in Delft werden gemaakt. Toch is Delft niet de enige plek waar dit soort servies werd geproduceerd. Er waren andere Nederlandse steden, maar ook steden in het buitenland die soortgelijke aardewerken maakten. Je kunt dan denken aan steden als Londen, Rouen, Bristol en Hannover. In het begin van de 19e eeuw daalde de vraag enorm. Dit kwam door de slechte economische situatie. Tevens werd Engels steengoed populairder, dit was sterker en goedkoper dan het Delfts blauw servies.
3. Het servies was niet alleen blauw
Hoewel het servies bekend staat om de kleuren blauw en wit, zijn er wel degelijk meer kleuren gebruikt. Er werd veel geëxperimenteerd met schilderingen en kleuren. Pottenbakkers gebruikten onderglazuur. Hiermee werd het mogelijk allerlei tonen en effecten te bereiken. Het was heel moeilijk om rood te maken, deze kleur werd dan ook vaak later aangebracht. In sommige werken werden zelfs stukjes bladgoud verwerkt.